Ida Gerhardt
Ida Gerhardt (1905-1997) is één van de grootste Nederlandse dichters.
Geboren op 11 Mei 1905 in Gorinchem, verhuisde Gerhardt op jonge leeftijd naar Rotterdam, waar ze het Erasmiaans Gymnasium bezocht. In Leiden begon ze in 1924 aan de studie klassieke talen, na één jaar vervolgde ze haar studie in Utrecht. Daar ontmoette ze Marie van der Zeyde opnieuw en zij werden vriendinnen voor het leven. In 1939 kreeg Gerhardt een vaste aanstelling als lerares klassieke talen in Kampen waar ze 12 jaar woonde en werkte.
In 1940 publiceerde Gerhardt haar eerste dichtbundel ‘Kosmos’, gevolgd door de bundel ‘Het veerhuis’ in 1945. In 1942 promoveerde ze op de vertaling van ‘De natuur en haar vormen’ van Lucretius. In 1951 verhuisde Gerhardt naar Bilthoven waar ze de gymnasiumafdeling van De Werkplaats Kindergemeenschap van Kees Boeke oprichtte. Ze ging in Bilthoven samenwonen met haar vriendin Marie van der Zeyde. Twaalf jaar gaf ze daar les, studeerde daarna Hebreeuws om, na haar pensionering in 1963, samen met Marie van der Zeyde de psalmen uit het Hebreeuws te vertalen. Deze zijn in 1972 uitgekomen. Sinds 1967 woonden Gerhardt en Van der Zeyde in Eefde, dichtbij Zutphen, waar Marie van der Zeyde in 1990 stierf. Ida Gerhardt leefde haar laatste jaren in Warnsveld waar ze op 15 Augustus 1997 overleed.
Ida Gerhardt heeft 16 dichtbundels nagelaten, twee vertalingen op haar naam staan en naast de psalmvertaling nog epigrammen uitgegeven. Naast diverse andere literaire prijzen werd aan haar in 1980 de Staatsprijs voor Letterkunde, de P.C. Hooftprijs 1979, uitgereikt.